Op 27 februari kondigde de Nederlandse staat aan dat het een belang van 14% in Air France-KLM had gekocht. Frankrijk had al een aandeel van 14,3% in de luchtvaartmaatschappij.

In haar verklaring aan AMF (de Franse Autoriteit voor Financiële Markten) verklaarde de Nederlandse staat dat zij niet van plan was meer aandelen te kopen of de controle over de onderneming over te nemen. De Nederlandse minister van Financiën voegde eraan toe dat het doel was om uiteindelijk een positie te bereiken die gelijk was aan die van de Franse staat.

Wat de reden van de aankoop betreft, heeft de Nederlandse staat verklaard van plan te zijn de toekomstige ontwikkeling van Air France-KLM te beïnvloeden om ervoor te zorgen dat de nationale belangen van Nederland worden gerespecteerd. In een gezamenlijk persbericht zeiden de Nederlandse en Franse ministers van Financiën dat hun gedeelde prioriteit de versterking van Air France-KLM was. Ze zullen met name werken aan de verdediging van de belangen van de knooppunten van zowel Roissy-Charles de Gaulle als Schiphol.

Dit is een interessante ontwikkeling in een sector waar de afgelopen decennia de neiging was om nationale luchtvaartmaatschappijen te privatiseren (en, in verschillende EU-lidstaten ook luchthavens – Frankrijk is momenteel van plan Roissy-Charles de Gaulle te privatiseren).

De regulering van luchthavens door onafhankelijke toezichthoudende autoriteiten, zoals de Dienst Regulering in België, is door de Europese Unie opgezet om met name het gevaar van discriminatie ten gunste van nationale luchtvaartmaatschappijen met betrekking tot luchthavengelden tegen te gaan. In een context waarin, zoals nu het geval is voor Roissy-Charles de Gaulle en Schiphol, publieke entiteiten een belang hebben in zowel de luchthaven als de nationale luchtvaartmaatschappij, is de rol van de onafhankelijke toezichthoudende autoriteit in dat opzicht zelfs nog belangrijker.

In België heeft geen enkel publieke instantie nog een belang in Brussels Airlines. Er kan echter sprake zijn van discriminatie tussen luchtvaartmaatschappijen, ongeacht hun nationaliteit, vanwege andere criteria zoals de grootte van luchtvaartmaatschappijen. In dit kader is een van de missies van de economisch regulerende instantie voor transport de behandeling van klachten van luchtvaartmaatschappijen die beweren dat zij zijn gediscrimineerd met betrekking tot luchthavengelden.